Studenten bieden nieuwe perspectieven op (her)waardering van Post 65 erfgoed in Zoetermeer
Rotterdamse studenten ontdekten hoe bijzonder het Post 65 erfgoed in Zoetermeer is. Veel woningbouwplannen uit de jaren rond 1970 waren heel idealistisch en optimistisch. Ontwerpers dachten toen na over hoe buurtbewoners samen de buitenruimten rond hun woning gebruiken. Als de woonbuurt niet anoniem is, zijn mensen zich meer bewust van hun omgeving en elkaar.
Drie studenten van de Academie van Bouwkunst Rotterdam presenteerden donderdag 23 december 2021 hun onderzoek naar de (her)waardering van Zoetermeers erfgoed uit de periode na 1965 (Post 65). Deze en de overige resultaten van de ontwerpstudio zijn nu gebundeld. De publicatie nieuwe kansen voor Zoetermeers erfgoed werd tijdens de online bijeenkomst overhandigd aan wethouder Robin Paalvast (erfgoed). Download hier de publicatie >
De aanleiding voor de ontwerpstudio ‘Zoektocht naar suburbane stedelijkheid’ was om woningbouwexperimenten én de oorspronkelijke idealen van suburbane stedelijkheid opnieuw te bekijken en analyseren. Om vervolgens met voorstellen voor veerkrachtige buurten voor de toekomst te komen. Kunnen we de oorspronkelijke idealen en ideeën weer ophalen? En daar vervolgens zaken uit het heden aan toevoegen, bijvoorbeeld omdat woningen van het gas af moeten, vraagt Robin Paalvast zich af.
Era flats Bossenbuurt – de flat als woonbuurt
Jelle van Kampen bestudeerde de Era flats van architect Leo de Jonge in de Bossenbuurt. De hoogbouw flats liggen in een parklandschap en zijn zo in het groen geplaatst dat twee flats samen een hof, een collectieve ruimte vormen. Daarnaast waren er daktuinen met speelplekken boven de parkeerplekken. Deze zijn grotendeels verdwenen, alleen de flat aan het Savelsbos heeft nog een daktuin. De woningen lijken van buiten hetzelfde, maar er is wel variatie in de plattegronden.
De collectieve ruimten van de hoven en daktuin zijn volgens Jelle te massaal voor een groepsgevoel. Hij stelt daarom voor de grote flats visueel op te knippen. Dat kan met nieuwe stijgpunten. Liften en trappen voor 20 in plaats van 300 mensen. Daarnaast ontwerpt hij een nieuwe gevel die tegen de oude aan geplaatst wordt. Parkeerdekken worden opnieuw toegevoegd, maar opgedeeld in plekken aan verschillende collectieve ruimten in de flats waar ook ateliers komen. Zo ontstaan er verschillende plekken voor diverse groepen. Voor het park rondom de flats stelt Jelle voor om duidelijker routes en entrees te maken. Zodat je beter weet waar je uitkomt.
Op de vraag of er nu ook behoefte is aan gezamenlijke (buiten)ruimtes, antwoordt Jelle dat die door veel groepen zeker gewenst is. Het is alleen wel de vraag of dat de mensen zijn die nu in Zoetermeer wonen of dat nieuwe woonconcepten nieuwe groepen trekken. Hij ziet dat men hier goede ideeën en slimme oplossingen had voor woonvormen die nu weer opnieuw worden uitgevonden.
Albertshoven – woonhof 2.0
De woonbuurt Albertshoven van architect Ton Alberts uit 1976 werden geanalyseerd door David Sonntag. De woningen en de openbare ruimte waren geïnspireerd op de antroposofie. De geestelijkheid van de mens stond hierin centraal. De woningtypologie is kleinschalig, er zijn rustige waterpartijen tussen de woningen en plekken waar bewoners elkaar makkelijk treffen. Het viel David op dat er nog veel bewoners van het eerste uur naar tevredenheid wonen. Eigenlijk is alleen het parkeren een probleem. De garages zijn te smal voor de huidige auto’s e staan daarom op straat.
De Albertshoven hebben de tijd zo goed doorstaan dat David besloot de woningen niet te transformeren. In plaats daarvan paste hij de ontwerpprincipes toe op nieuwbouw plan op een andere locatie, de Entree. Hij keek heel precies vanuit het ontwerp naar de details en hoe mensen de ruimte gebruiken. Langs de Afrikaweg ontwierp David een woonhof 2.0 met intieme ruimtes door verspringende bebouwing, een rijkdom aan vegetatie, wonen aan het water, veel raampartijen, zicht op straat en kinderkamers met een extra raam op ooghoogte van het kind. Eengezinswoningen worden afgewisseld met appartemeten. Hoewel de dichtheid die hij voorstelt lager is dan de huidige plannen voor de Entree, denkt hij dat je de aandacht voor detail, de community feeling en relatie tussen woonstructuren en groen van de Albertshoven ook in de grootstedelijke opzet heel goed kunt meenemen.
Pleintjesplan – verdichten met woonhub
Michelle Tanis presenteerde haar idee voor het Pleintjesplan, een experimenteel ontwerp van Leo de Jonge. De voorkanten van de woningen liggen aan het pleintje dat was bedoeld als ontmoetingsplek en voor spelende kinderen, maar met ook de auto voor de deur. De achtertuinen liggen aan het park met paden voor langzaam verkeer dat tussen de blokken door slingert. Het gebruik is i de loop van de tijd flink veranderd, signaleert Michelle. Op de pleintjes wordt meer geparkeerd dan gespeeld. Aan de achterkant zijn de tuinen dichtgezet met schuttingen. Hierdoor is er geen gevoel van sociale veiligheid en verblijfsfunctie meer in het park.
De oriëntatie van de woningen wordt door Michelle omgekeerd. Men gaat opnieuw wonen aan het park. Het pleintje wordt achtertuin, met in het midden een gezamenlijk deel. Om dat mogelijk te maken komen er bij de entree van elk pleintje parkeerplaatsen o de tweede verdieping van een nieuwe woonhub met appartementen. Deze vormen samen een nieuw ritme binnen de bestaande structuur. Hier kunnen oudere bewoners in de wijk zelf een nieuwe plek vinden en komen de eengezingswoningen vrij voor gezinnen. Nu blijven de ouderen juist wonen , iedereen kent elkaar immers door het pleintje. Zij stelt ook nieuwe waterstructuren voor die behalve als opvang voor overtollig regelwater meteen functioneren als erfafscheiding.
Ontwerpstudio
Studenten die deelnamen aan de studio: Bart van der Bragt, Stefan Brouwer, Edward van Dijk, Kevin van Elten, Jelle van Kampen, Robbert Lancel, Esther de Rijk, Harmen Smilde, David Sonntag, Mike van Straten, Michelle Tanis en Robert Zandjans.
Docenten: JaapJan Berg (Bergplaats), onderzoek; Like Bijlsma (SUB office), ontwerp; Wander Hendriks (Gemeente Nijmegen), ontwerp: Liesbeth Levy (LOKAAL Rotterdam), communicatie.
Redactie en ontwerp: Jelle van Kampen, David Sonntag en Michelle Tanis.