Tekst: Sandra Schluchte
Foto’s: Alex Berendsen
met Judith Schotanus (JS), oud-coördinator ArchitectuurPunt
Gemma Smid (GS), oud wethouder Zoetermeer 1998-2006 portefeuille wonen, onderwijs, jeugd en dat waren mede ook aanleidingen om in Palenstein wat te doen
Sandra Rispens (SR), wijkmanager Palenstein
1e stop: Nieuwe groen: driehoek fiets-/wandelpaden tussen oude dorp, stadshart en de wijk Palenstein, bij het Agathapad
JS: Palenstein is de eerste wijk die samen met Driemanspolder gebouwd werd in de New Town periode. In 1962 is besloten dat het kleine dorpje Zoetermeer flink zou gaan groeien en werden er wijken om het oude dorp heen gepland. In Palenstein is de eerste woning gebouwd, het is bijna tegelijk met Driemanspolder opgetrokken. Palenstein was een wijk met oorspronkelijk veel flatgebouwen, voor een deel zoals de Bijlmerflats in Amsterdam. Deze zijn nu allemaal al gesloopt, maar Palenstein had ook heel veel laagbouw. Het idee was dat de laagbouw wat meer moest aansluiten bij het oude dorp, zodat vanuit de kleinschaligheid van het oude dorp een geleidelijke overgang gemaakt werd naar de grote flats. De flats lagen ook juist meer aan de doorgaande weg, ze dienden dus ook als een soort geluidswering.
Alle wijken komen op gegeven moment op de leeftijd dat er flink geïnvesteerd moet worden in onderhoud van de woningen, maar ook in de woonomgeving zoals straten en groen. In Palenstein is er in tegenstelling tot Driemanspolder en ook Meerzicht gekozen om de wijk grootschalig te herstructureren. Er is veel gesloopt en nieuw gebouwd, de ambitie toentertijd was om een hele duurzame wijk te maken. Palenstein is de eerste wijk die straks van het gas afgaat.
GS: Omdat Zoetermeer “groeistad” was, hadden we al een grote en goede afdeling Wonen bij de gemeente. Deze afdeling had al bedacht dat of Driemanspolder of Meerzicht of Palenstein aangepakt moest worden. Hier stonden allemaal grote aantallen flatwoningen, waar iets aan moest gebeuren. Naast de noodzaak tot renovatie veranderden ook de woonbehoefte van mensen en de gezinssamenstellingen. De flats waren prima flats, maar best grote woningen. De vraag was: Moeten we niet wat meer variatie in ons aanbod maken en welke wijk is dan de beste wijk om aan te pakken?
Een substantieel deel van de woningvoorraad in alle drie de wijken waren corporatiewoningen. Zoetermeer had drie corporaties: Vidomes, de Goede Woning, en Vestia. De gemeente moest dus samen met de corporaties kiezen waar ze het accent wilde leggen, want alle drie de wijken tegelijk aanpakken was onmogelijk.
Uit onderzoek bleek dat de stedenbouwkundige opzet van zowel Driemanspolder als Meerzicht beter was dan die van Palenstein. De flats in Meerzicht en Driemanspolder stonden vaak verder uit elkaar en er was meer openbare ruimte. In Driemanspolder bestond wel het probleem van de onveilige parkeerdekken, niemand durfde er meer te komen. Maar uiteindelijk kon je daar makkelijker in de openbare ruimte investeren, wat ook gebeurd is. Alle parkeerdekken in Driemanspolder zijn gesloopt, en er is net als in Meerzicht veel gerenoveerd. Dus ook in Meerzicht was de conclusie dat de openbare ruimte en de opzet best goed zijn, daarom werd ook daar gekozen voor renovatie.
Een andere belangrijke reden om voor Palenstein te kiezen was de ontbrekende fysieke verbinding tussen het stadshart en Palenstein. Palenstein was als wijk erg naar binnen gekeerd. Bovendien was het verloop onder huurders heel hoog. Dat betekende bijvoorbeeld voor basisschoolkinderen dat ze aan het eind van haar basisschoolleeftijd met een heel andere groep kinderen in de klas zaten als in groep 1. Mensen investeerden niet meer in hun woningen, op gegeven moment woonden er 140 verschillende nationaliteiten in Palenstein. Veel mensen met een andere culturele achtergrond die de taal niet of slecht spraken. Er was sprake van verloedering.
Dat waren de redenen om ervoor te kiezen juist Palenstein grootschalig te transformeren.
Het idee was oorspronkelijk dat alle flats gesloopt zouden worden. Echter gooide Vestia roet in het eten. Zij wilden wel een beetje investeren in hun Zoetermeerse woningbestand, maar niet te veel, want zij vonden hun hoofdzakelijke opgave toch in Rotterdam liggen. Uiteindelijk koos Vestia voor het renoveren van haar flats en niet voor sloop. Deze keuze leidde tot redelijk wat gedoe, want de andere twee corporaties gingen wel slopen wat veel duurder is. Toen moest er opnieuw onderhandeld worden, en ondertussen ben ik (Gemma Smid) vertrokken uit Zoetermeer. Uiteindelijk is het wel gelukt om tot een overeenkomst te komen met elkaar, en is Palenstein dus grootschalig aangepakt, maar het had een lange aanloop.
Palenstein maakt heden veel meer de verbinding met de andere stadsdelen. Het is nu veel makkelijker om van Palenstein naar de binnenstad te komen.
JS: Zo zie je dat gebiedsontwikkelingen jaren duren. En dan hebben we het niet over 5 jaar, maar wel 20 jaar. Dus in die tijd veranderen ook weer gaandeweg maatschappelijke en ook stedenbouwkundige denkbeelden.
Vraag: Waarom was de sociale structuur juist in Palenstein zo slecht?
GS: In Meerzicht is al veel eerder gestart met de verkoop van huurwoningen waardoor een deel van de flats ook koopwoningen werden. Het beeld is dat je meer binding hebt met je koopwoning. Als een wijk eens begint te kantelen en de mutatiegraad zo hoog wordt als in Palenstein, dan wordt het een soort glijdende schaal. Op gegeven moment werden ook de regels omtrent de toewijzing van sociale huur steeds scherper, waardoor je alleen nog maar mensen met een heel laag inkomen in de wijk mocht vestigen. Nou wil een laag inkomen niets over je gedrag zeggen, maar er woonden uiteindelijk ook redelijk veel statushouders en veel mensen uit Den Haag, die uit de Haagse sloop- en nieuwbouwwijken kwamen. Deze mensen moesten een andere plek vinden en dan was Zoetermeer om de hoek.
Het beeld was ook dat de stedenbouwkundige opzet niet ideaal was. Het risico bestond dat je op termijn toch weer problemen zou krijgen, als je alleen maar zou renoveren, dacht men. Eerst leefde ook het idee om uit die lange flats een stuk tussenuit te halen, maar dat vond men uiteindelijk te duur. Je verliest daardoor immers woningen. Uiteindelijk was toch de conclusie dat sloop op de lange termijn een betere investering was dan renoveren.
2de stop: Binnenterrein Schoutenhoek
JS: Dit is een van de eerste projecten die nog begin jaren 90 zijn opgeleverd. Op deze plek stond een bejaardentehuis met een terrasflat, dus dit was ook nog redelijk gedifferentieerd in functie. Maar de lange flats gaven problemen: Er woonden 300 mensen op 1 lift bij wijze van spreken, je kende elkaar niet. De flats waren heel anoniem en groot, en dan had je voor die flat nog een groot anoniem parkeerveld, want de auto’s moesten ook allemaal ergens blijven. En je ziet hier in de nieuwbouw van de Schoutenhoek dat dit probleem op een veel kleinschaligere manier is opgelost. je hebt woningdifferentiatie er zijn eengezinswoningen, maar ook appartementen, er zitten ook nog bedrijfsruimtes en welzijnsvoorzieningen in het gebouw en het parkeren vindt onder de grond plaats. De auto’s staan uit het zicht, en bewoners hebben zodoende een binnenterreintje.
Een van de grote verschillen met de parkeerdekken in Driemanspolder is dat het kleinschaliger is en afgesloten. In Driemanspolder kon je er dwars doorheen lopen en er was geen toezicht. Hier heb je mede door de gaten in het woondek een zichtverbinding naar beneden, er is iets meer sociale controle en mensen kunnen hier op het dek zitten, elkaar ontmoeten of spelen.
Je kan makkelijk op dit binnenterrein komen, maar door de poort heeft het toch iets van een semi-openbare ruimte. Bovendien is het hier ook geen doorgangsroute.
Stop 3: De Tango Garage
JS: Dit gebouw is erfgoed van de oude wijk Palenstein. Het was oorspronkelijk een autogarage met benzinepompen. Eind jaren 60/begin jaren 70 de tijd, toen de wijk gepland en gebouwd werd, kreeg iedereen een auto. Je ging in Zoetermeer wonen, je had een mooi appartement en een auto. De Ambachtsherenlaan was toen een doorgaande weg, dus het was een logische plek voor een benzinestation en een garage. Maar nu is dit eigenlijk niet meer zo. Het benzinestation is er niet meer, de garage ook niet, maar het gebouw wel nog gelukkig. Het zou bijna gesloopt worden en het is nog steeds onduidelijk wat er eigenlijk in moet komen. Er zit nu een tijdelijke kringloop in, er heeft een MBO school in gezeten, en er loopt een traject om in Zoetermeer een erfgoedcentrum te maken, dat over het verleden, het oude dorp, en de groeikern vertelt, de new town en de toekomst gaat. Voor dit erfgoedcentrum waren er twee opties, de Tango garage of de oude brandweerkazerne in het centrum. Waarschijnlijk gaat het erfgoedcentrum naar de brandweerkazerne, maar de knoop is nog niet doorgehakt. Maar daarmee is ook weer onduidelijk wat hier dan gaat komen in de toekomst.
Hier kan je ook heel mooi zien is als je over deze hele nieuwe singel heen kijkt dat hier ook allemaal nieuwe huizen langs deze singel staan. De wijk is behoorlijk veranderd.
De woningen zijn duurzaam, men is hier van het gas af, de huizen zijn goed geïsoleerd, en er is ook heel veel groen in de wijk bij gekomen. De afwatering van veel van deze nieuwbouwwoningen loopt ook via deze singel, het riool wordt daarmee ontlast.
GS: Het was hier altijd heel erg druk met verkeer en auto’s. De Tango garage was een van de weinige goedkope tankstations in de binnenstad. In de eerste plannen was het daarom het idee om ze te laten staan. Met name de buurtbewoners hadden daar echter veel bezwaren over, zij waren bang dat er elke zaterdag een file voor hun deur zou staan. In de nieuwere plannen is veel meer gekeken hoe we water en groen terug kunnen brengen in de wijk. Toen is besloten dat ook de functie van de Tango Garage zou worden opgeheven. Het helpt dus soms als er stemmen vanuit de buurt zijn, die hun mening geven.
Stop 4: De Ambachtsheerlijkheid, buurttuintje naast de Tango Garage
SR: De Ambachtsheerlijkheid is een parel vanuit de buurt. De gemeente had hier prikkelbosjes staan, makkelijk in onderhoud. Bewoners vroegen om een klein stukje te adopteren. Een buurman heeft een insectenhotel gemaakt. Toen werd er nog een stuk erbij geadopteerd, en er ontstond een hele fraaie, vrolijke buurttuin. De buurtbewoners breiden hun gezamenlijke tuin steeds meer uit. Op woensdagen is er altijd TaiChi les. En ze betrekken ook graag de bejaarde mensen bij. Ze organiseerden een keer een opruimdag in de garage, met een kopje soep, en er is nu ook een vast clubje mensen dat vuil prikt. Ik vind dit een mooi voorbeeld van de kracht van de buurt. Dit kun je niet naar een andere wijk kopiëren. Je kan als gemeente niet zomaar ervoor zorgen dat ergens anders ook zo’n tuin komt. Dit gaat niet lukken, want mensen moeten dit zelf doen.
Liefst zou de buurt bij regen of voor andere activiteiten de Tango garage willen gebruiken. Maar als de gemeente iets wil verhuren, moet het gebouw aan strenge veiligheidseisen voldoen. De garage moet daarom eerst gerenoveerd worden. Daar zitten dan weer zulke hoge kosten aan verbonden, dat dit te duur is om “alleen maar voor de buurt” te doen.
Toen de school hier zat, helaas was dat in Coronatijd, mochten de wijkbewoners wel de sleutel en konden er samen koffie drinken. Soms lukt het dus op een andere manier. Maar ik kijk altijd of er een kans is dat de bewoners wel iets kunnen doen. De eigenaar van het pand is grondzaken, dus de gemeente. Het gebouw staat ook op de erfgoedlijst. Weghalen is zonde.
GS: Het probleem is vaak dat de kosten na de renovatie in de verhuur moeten worden terugverdiend. Burgerinitiatieven kunnen doorgaans geen commerciële huur betalen. En omdat het gebouw erfgoed is, zijn er ook strenge eisen voor de renovatie, en welk materiaal je gebruikt bij renovatie. Dus de stand is nu: Het is geen monument, maar we laten het wel staan.
JS: Ik hoop dat er weer een mooi plan gaat komen dat wel slaagt.
We lopen langs een stukje waarin je nog de oorspronkelijke eengezinswoningen kan zien.
Stop 5: Stadskwartier Palenstein
JS: Hier zie je het nieuwe winkelcentrum van Palenstein. Dit is helemaal vernieuwd. Er zitten naast winkels ook andere functies in zoals een school en welzijnsvoorzieningen.
Het gebouw rechtdoor is een blok van 3 tot 4 verdiepingen met woningen bovenop. het omvat sociale woningbouw, duurdere huur en koopwoningen. Het heeft de Gemma Smid architectuurprijs gewonnenin 2022. De supermarkt is ook op een fraaie manier in het gebouw verwerkt, vanuit de hogere woningen kijk je op de groen aangelegde daken van de supermarkt. Zeker voor sociale huur is dit gebouw heel mooi uitgewerkt, ook de aansluiting op het maaiveld is heel goed gedaan. En de bevoor De bevoorrading is van binnen, niet op straat, maar in het bouwblok, . Ga vooral een keertje je boodschappen doen!
GS: Tussen die bouwblokjes heb je een zwembadje, een waterspeeltuin, een skatepark.
SR: In het hart van de wijk zijn allerlei voorzieningen aangelegd. Er is een inloopcentrum, dat heet inZet, en er komt ook nog een jongerencentrum. Dat draait heel goed en is gewoon openbaar. Rakkersveld nr 295. Ga vooral eens kijken!
Op 10 juli vieren we nog elk jaar de Dag van Palenstein. Alle maatschappelijke partners dragen hieraan bij. Het is een leuke dag om een kijkje te nemen in Palenstein. Het bouwteam vertelt dan ook over de laatste ontwikkelingen in de wijk. Kom vooral even kijken!
Er komt ook nog een complex met hoog- en laagbouw en in de plint komen allerlei voorzieningen. Het plein is het laatste stukje dat gebouwd wordt en moet in de zomer van 2025 klaar zijn. Dan zijn er ook alle voorzieningen in alle plinten en dan gaat het ook wat meer leven.
De woontoren aan het Croesinckplein wordt door een VVE “De verdwenen brug” met aannemer BAM heel mooi verduurzaamd en gerenoveerd. Het is eigenlijk een landelijk voorbeeldproject. De bewoners zijn meegenomen om toch wat meer te gaan betalen, en daardoor wel comfortabeler te wonen. Het zijn allemaal koopwoningen.
Stop 6: Du Meelaan, hoogte terrasflats
JS: Net hadden we het ook over het regenwater dat niet meer de riool in verdwijnt. Bij deze woningen is een grindbak gemaakt, daardoor kan het oppervlaktewater en het water van de daken makkelijk weer in de bodem terechtkomen.
Hier tegenover zien we de terrasflats van architect Leo de Jonge uit de groeikern periode. Ze zien al heel anders uit dan de gewoonlijke galerijflats. De terrasflats zijn opgedeeld in kortere galerijen met een aantal liften. Er zit ook een knik in het gebouw zoals bij andere grote galerijflats. Doordat de terrassen verspringen, heb je als bewoner veel meer privacy. De betonnen constructie loopt ook door van boven naar beneden waardoor je ook meer privacy hebt. Bij die lange galerijen heb je ook soms een glazen schermpje tussen dat doet veel minder dan dit. Er is iets minder interactie tussen bewoners. Je hebt ook meer zonlicht. Die stukken beton voor de balkons zijn plantenbakken. Mensen hebben dus best veel ruimte voor groen. De bovenste twee verdiepingen hebben kleinere balkons en geen plantenbakken. Deze zijn ook meteen minder groen. Hier zie je dat je door het ontwerp gedrag van mensen dan wel niet kan bepalen, maar wel sturen. Je kan het juiste zetje de goede kant op geven als architect. En dat geldt uiteraard ook voor de woonomgeving.
GS: Doordat er gesloopt is, is de opzet van de wijk heel anders nu. De wegenstructuur, het water dat erbij is gekomen, dat maakt wel veel uit. Het is niet meer voorstelbaar hoe stenig en strak en onprettig de openbare ruimte was in Palenstein, mede doordat de flats heel hoog waren.
Palenstein voelde altijd als een gesloten bouwblok, de verbinding met Segwaerth en met de binnenstad was heel slecht. Nu is Palenstein onderdeel geworden van het gedeelte binnen de H-structuur. Vroeger waren de wijken veel meer gecompartimenteerd. Auto’s hebben dan wel nu een beetje het nazien, maar vooral goede fiets- en wandelroutes zijn belangrijk.
SR: In totaal zijn er 1150 woningen gesloopt in Palenstein en worden er 700 woningen teruggeplaatst.
JS: Heel Palenstein blijft natuurlijk in ontwikkeling. Toen met de transformatie begonnen werd begin jaren 90, leefde het idee nog niet dat er heel veel woningen gebouwd zouden moeten worden. Dus is het resultaat nu dat er meer woningen gesloopt zijn dan dat er teruggebouwd zijn. Bovendien zijn veel eengezinswoningen gebouwd. Dit was toen ook de wens, minder van die grote flats, lagere gebouwen en een lage dichtheid. Nu zouden we dat weer heel anders aanpakken, omdat we nu juist veel meer woningen willen bouwen. Er zouden op sommige plekken dus andere keuzes gemaakt worden. Maar daar hebben we nu weer nieuwe locaties voor.
GS: Stadsontwikkeling is een langdurig proces. 2006 is het eerste deel van Palenstein gesloopt. Ik denk dat in 2008/2009 de eerste nieuwe gebouwen zijn opgeleverd.
De planvorming is best snel gedaan, maar daarna is het dan 20 jaar bouwen. De combinatie dat Vestia zich terugtrok van de sloopplannen en er weer een economische crisis was, werkte toen vertragend.
JS: We hebben vandaag nog lang niet alles gezien van Palenstein, er liggen nog hele mooie stukjes Palenstein die het bekijken waard zijn. Loop vooral een van de vele stadswandelingen die op het ArchitectuurPunt, in de Forum bibliotheek gratis op te halen zijn. Of kijk op de website van het ArchitectuurPunt voor de wandelingen.