New Town Lab Meerzicht: transformatieopgaven in groeikernen
In de woningbouwopgave van 1 miljoen woningen is ook een rol weggelegd voor de voormalige groeikernen. Daarbij gaat het veelal niet meer om hele nieuwe woonwijken, maar om transformatie van het bestaande stedelijke gebied. Nieuw bij de transformatieopgave voor de groeikernen is het benoemen en inzetten van het erfgoed van de groeikernen. Maar wat is precies het erfgoed van de groeikernen en hoe kan het een rol spelen in het transformatieproces?
Om ideeën en strategieën te ontwikkelen is door het International New Town Institute (INTI) en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), het New Town Lab georganiseerd. Tijdens deze intensieve design workshop is door experts 3 dagen (7-9 mei 2019) gefocust op Meerzicht in Zoetermeer. Hieronder volgt een samenvatting van het New Town Lab door INTI. Het volledige verslag staat op INTI.nl
MEERZICHT, EXPERIMENTEEL ERFGOED ALS AANJAGER
Het Lab startte met het zoveel mogelijk informeren van het team over Meerzicht door de gemeente en andere direct betrokken partijen. Na een excursie door Meerzicht is door het team experts gewerkt aan de analyse van de mogelijkheden, kwaliteiten, opgaven en ambities in de wijk.
Ook is gekeken welke plannen al zijn opgepakt door de gemeente of door marktpartijen en welke aspecten in het beleid en de planvorming nog ontbreken of onvoldoende zijn belicht.
Kwaliteiten van Meerzicht :
- Experimentele karakter van de jaren ‘70 architectuur (Pleintjesplan, woondekken, decks bij de flats, Koepeltjesbuurt)
- Diversiteit in woningtypes, van grootschalig tot kleinschalig, relatief grote woningen.
- Grote hoeveelheid groen en open ruimte op niveau van tuinen, buurt en wijk en directe verbinding met groengebieden buiten de stad
- Intimiteit en rust
- Een centrum met voorzieningen
Geconcludeerd werd dat er veel mogelijkheden zijn om met de bestaande en potentiële kwaliteiten van Meerzicht tegelijkertijd de woning- en duurzaamheidsopgave en de verschillende problematieken in de wijk aan te pakken. Er zijn veel nieuwe invalshoeken en projecten ter tafel gekomen. De invalshoek die in al deze nieuwe projecten doorklinkt is het opnieuw laten inspireren door de eerdere experimentele projecten in de wijk.
Op deze manier wordt er voortgeborduurd op de bestaande identiteit, geschiedenis en het erfgoed van de wijk. Tientallen ingrepen, verbeteringen en nieuwe projecten zijn mogelijk.
Voorbeelden transformatie projecten
- Het toevoegen van grondgebonden gezinswoningen aan de Bossenbuurt en de herintroductie van het deck als veilige familie en kinderplek (met parkeren eronder)
- Manieren om te verdichten met behoud van de groene ruimte
- Het verbeteren van de openbare ruimte door andere (gebouwde) manieren van parkeren
- Het programmeren van het groen waardoor het beter gebruikt kan worden voor recreatie en onderwijs
- Het herbestemmen van leegstaande gebouwen en -vaak bijzonder vormgegeven- kantoren om een andere (jonge, creatieve) doelgroep aan te trekken
- Het verdichten langs hoofdroutes om de wijk beter leesbaar te maken
- Het vervangen van woningen om de diversiteit te vergroten
Wat het erfgoed betreft concludeerde het Lab-team dat het bestaan ervan in Meerzicht vaak nog niet als zodanig herkend wordt door professionals. Hoe bewoners tegen hun woonomgeving aankijken is niet bekend. Het jonge erfgoed is inspirerend door haar experimentele karakter, waar allerlei woonvormen en stedenbouwkundige composities werden uitgetest die nieuw waren en tegenwoordig te kostbaar zouden zijn.
Koepeltjesbuurt en Pleintjesplan
Sommige complexen zoals de Koepeltjesbuurt zijn een ‘Gesamtkunstwerk’, waar de stedenbouwkundige opzet en de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte één geheel vormen. Een deel slopen of nieuw bouwen zou de waarde van het geheel verminderen. Omdat het particulier eigendom is, moeten de bewoners doordrongen zijn van de waarde van hun woningen. Dat is bij de Koepeltjesbuurt op dit moment zeker aanwezig, ook al omdat veel mensen nog eerste generatie bewoners zijn, maar blijft die waardering ook in de toekomst?
Sommige complexen zoals de Koepeltjesbuurt zijn een ‘Gesamtkunstwerk’, waar de stedenbouwkundige opzet en de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte één geheel vormen. Een deel slopen of nieuw bouwen zou de waarde van het geheel verminderen. Omdat het particulier eigendom is, moeten de bewoners doordrongen zijn van de waarde van hun woningen. Dat is bij de Koepeltjesbuurt op dit moment zeker aanwezig, ook al omdat veel mensen nog eerste generatie bewoners zijn, maar blijft die waardering ook in de toekomst?
Bij andere complexen, zoals het Pleintjesplan, ligt de waarde van het gebied niet direct in de architectuur, die vrij generiek is, maar wel in de plattegronden, de bouwwijze en de stedenbouwkundige opzet. Hier geldt dat vernieuwing of verandering per pleintje zou moeten gebeuren omdat het plein de eenheid van repetitie is. Hier zag het team mogelijkheden voor vervanging, ophoging of verdichting.
Erfgoed verbindt heden en verleden
Voor alle ingrepen in de wijk ziet het team als uitgangspunt dat de bestaande en potentiële kwaliteiten ingezet worden om de problemen in de wijk op te lossen en de ambities van verschillende partijen te ondersteunen. Een ander uitgangspunt is dat erfgoed wordt ingezet als middel bij verbetering en ontwikkeling, niet direct om een stolp over een gebouw, wijk of groengebied te zetten. De manieren waarop dit mogelijk is, zijn aangestipt en gepresenteerd in het rapport dat het resultaat is van het New Town Lab in Meerzicht, Zoetermeer. Dit is bedoeld als kick-start voor een positief debat over erfgoed als een aanjager van stedelijke ontwikkeling.
Foto boven: Pleintjesplan ontwerp Leo de Jonge Architecten (bron INTI)